Boekenfreaks

Interview Dennis Biesma – De regen kwam van binnen


Een interview met Dennis Biesma over zijn boek ‘De regen kwam van binnen‘.
Een heftig relaas over zijn leven binnen en buiten de religie van Jehova.

Je bent niet voor niets ‘ontsnapt’, maar zie jij nu zelf ook écht hoe ziek die religie is? Of ben je ontsnapt maar heb je nog niet dat exacte besef en moet dat (met sommige dingen) nog steeds indalen?

Ik ben met name gaan inzien dat ik ben opgegroeid in een sekte. Dat besef had ik nog niet toen ik ervoor koos om uit die religie te stappen, toen voelde het met name ongemakkelijk en ik was het totaal niet eens met alle regels en gebruiken. Als ik nu terugkijk en zie hoe iedereen werd geremd in zijn of haar ontwikkeling en dat we gedemotiveerd werden om te gaan studeren en vroeg te trouwen, ja, dat raakt me wel. Ik heb ook veel personen gesproken die nu jaren later nog in therapie zijn om jeugdtrauma’s te verwerken omdat seksueel misbruik in de doofpot werd gestopt. Dat ouders verplicht werden om hun eigen kinderen op straat voorbij te lopen.

Als je dat alles bij elkaar optelt, dan kan ik inderdaad weinig anders concluderen dat het een zieke religie is.

Hoe kijk jij nu aan tegen de mensen van daar?

De meeste mensen binnen die religie zijn heel zachtaardig. Ze volgen heilig alle regels omdat ze denken dat ze daarmee goed doen. Op een bepaalde manier vind ik dat zielig en voel ik compassie voor hen. Kan je boos worden op iemand die niet beter weet? Lastig. Tegelijkertijd zou er toch een keer een belletje moeten gaan rinkelen in iemands hoofd. Het kan niet makkelijk zijn om je eigen kinderen op straat voorbij te lopen, dat doet pijn. Ik geloof oprecht dat ze die pijn onderdrukken omdat ze denken dat ze het beste doen, maar tegelijkertijd zou ik willen schreeuwen dat ze een keer wakker moeten worden.

Mijn gevoelens zijn daarom heel dubbel. Ik heb met ze te doen, maar heel veel medelijden voel ik niet. Ze kiezen er zelf voor. Ik vergeef ze, maar neem het ze nog steeds kwalijk. Misschien dat ik nog een paar jaar extra nodig heb om het allemaal een plekje te geven.

Wanneer kreeg je écht het besef dat je dat weg moest?

Een harde datum kan ik niet noemen, maar de eerste keer dat ik erover nadacht was rond mijn zevenentwintigste jaar. Mijn geloof brokkelde af en ik begon steeds meer in te zien dat ik mijn hele leven in een sprookje had geloofd. Omdat weggaan uit de religie grote gevolgen heeft – je raakt zo ongeveer alles kwijt wat je hebt – onderdrukte ik waarschijnlijk veel van die gedachten. Heel langzaam begon een nieuwe versie van Dennis te groeien, ik begon steeds kritischer na te denken en zonder dat ik bewust ervoor koos, was daar ineens het moment dat ik niet ander kon dan weggaan.

Op een bepaalde manier verraste het me en zag ik het niet echt aankomen.

Wanneer dacht je ‘dit boek moet geschreven worden’?

Pas nadat ik was begonnen te schrijven aan mijn thriller. Het was al sinds mijn tienerjaren een droom om ooit een eigen boek uit te geven. Toen ik onder een pseudoniem een online artikel had geschreven over opgroeien als een Jehovah’s Getuige, kwam ik in aanraking met een uitgever. Die vroeg of ik niet meer over dat onderwerp wilde schrijven.

Tot dat moment had ik er nog nooit over nagedacht, maar ineens was het zo vanzelfsprekend. Ik heb veel meegemaakt en persoonlijke verhalen doen het altijd goed in de markt. Daarnaast is dit een controversieel onderwerp waar nog weinig over is geschreven.

Toen ik begon met het schrijven van mijn autobiografie begon ik al snel de urgentie te zien. Ik kwam in contact met vele andere personen die verschrikkelijke dingen hadden meegemaakt. Niet iedereen kan dat onder woorden brengen, dus begon het ook een soort van missie te worden. Ik kan mijn eigen verhaal beschrijven, maar tegelijkertijd het verhaal van vele anderen. Ik kan een bijdrage leveren aan het leveren van openheid en eerlijkheid over de religie. Het zijn niet alleen maar lieve mensen die op zondag aan de deur staan, maar ze zitten in een religie die wereldwijd veel leed veroorzaakt.

Ik heb al een paar reacties voorbij zien komen van JG die vinden dat jouw boek leugens bevat, maar er niet verder op in willen/ durven gaan. Had je dit soort reacties verwacht? En wat voel je daarbij?(dat het gesprek niet aangegaan durft te worden).

Het was te verwachten. Jehovah’s Getuigen zijn zo overtuigd dat zij de ‘de enige ware religie’ zijn, dat iedereen die er tegenin gaat voor hen per definitie liegt en bedriegt. Zelf mocht ik vroeger ook nooit bepaalde onderwerpen onderzoeken. Als je twijfelde aan een bepaalde stelling, dan was dat een bevestiging dat de duivel grip op je kreeg en dus moest je meer bidden en nog meer je best doen binnen de religie.

Kritisch nadenken en objectief onderzoek doen, dat kunnen ze niet.

Persoonlijk vind ik het heel fijn als iemand de dialoog opzoekt en kritische vragen stelt, dat is alleen maar goed. Daarnaast is een autobiografie natuurlijk heel persoonlijk. Het is heel goed mogelijk dat er mensen zijn met andere ervaringen en die daardoor een andere kijk op hun verleden hebben. Dat doet nog steeds geen enkele afbreuk aan mijn ervaringen. Tot nu toe kan ik elke stelling in mijn boek verdedigen en onderbouwen met informatie die publiekelijk beschikbaar is. Ik raad alle Jehovah’s Getuigen aan om kritisch naar de feiten te kijken en niet zomaar iets als onwaar te bestempelen.

De dingen die je gedacht hebt (die je opschrijft), die zijn best raak en heftig. Zijn dat echt de dingen die je toen al dacht? Of zijn de herinneringen hiermee gecompleteerd met jouw kennis van nu?

De meeste emoties had ik toen ook al. Laat ik de uitsluiting van mijn oma en opa als voorbeeld nemen. Het waren de meest zachtaardige mensen die ik kende. Echt zo’n vertroetelende oma en opa. Totdat ze zichzelf lieten uitsluiten. Vanaf het podium in onze gemeente had ik geleerd dat uitgesloten personen voor Satan hadden gekozen. Ze waren geen vrienden meer van Jehovah. Als je slechte mensen op een schaal zou moeten indelen, dan stonden leugenaars op nummer zeven, dieven op nummer acht, moordenaars op negen en uitgesloten personen op tien. Erger dan dat kon het niet.

Wat denk je dan als kind als je oma en opa zichzelf laten uitsluiten? Dat het verschrikkelijke monsters zijn. Tot leven gewekte nachtmerries. Dus ja, ook als kind ervaarde ik het heel heftig.

Hoe gaat het nu met jou? In een wereld die zoveel meer inhoud dan je ooit hebt kunnen beseffen?

Het gaat eigenlijk best goed. Ik ben gelukkig getrouwd, heb een goede baan en sta stabiel in het leven. Ondanks mijn verleden heb ik geleerd om kritisch naar de wereld te kijken en stel mezelf nog steeds open om te leren.

Het echte leven brengt ook wel weer extra uitdagingen met zich mee, het was veel makkelijker om te geloven dat er een almachtige God zou zijn die alle problemen voor ons zou oplossen. Nu zijn we meer op onszelf aangewezen en moeten wij met elkaar streven naar een mooie toekomst voor onszelf en onze kinderen.

Waar komt je pseudoniem Lara Jade vandaan?

De naam Lara komt van Lara Croft, een stoere avontuurlijke vrouw. Jade komt uit het boek van Tanith Lee, Het Geboortegraf. Daarin wordt gesproken over het groene jade van haar ziel en de hoofdpersoon zou pas echt gelukkig zijn als ze dat groene jade zou vinden. Daarvoor moet ze diep naar binnengaan.

Ik vond het een toepasselijke naam voor de hoofdpersoon uit mijn thriller, omdat het gaat over een jonge vrouw met stem in haar hoofd. Daardoor heeft ze een hele moeilijke jeugd gehad en kan ze uiteindelijk pas gelukkig zijn als ze zichzelf accepteert.

Ben je na dit boek klaar met JG, of wil je er ooit nog meer over gaan schrijven?

Ik denk dat ik er nu wel klaar mee ben, maar je weet nooit. Het was een heel mooi en leerzaam proces om een autobiografie te schrijven, maar in een thriller kan je zoveel meer creativiteit kwijt. Gevoelsmatig ga ik nu meer voor thrillers en romans.

Hoe kan het/waarom is het ‘powefull by faith’ congress in 2021 een genot zijn om naar te kijken? (Want jij kunt dit vermakelijk vinden door jouw kijk in beide werelden, maar JG die nog geloven voeren oorlog met hun ‘buitenwereld’, met ons, die geloven deze teksten en gedragen zich ernaar als je pech hebt.) Als ik lees wat Splane roept krijg ik de rillingen n ieder geval, ik vind er weinig vermakelijke aan.

Dat ‘genot’ was sarcastisch bedoeld. Ik heb daar al meer vragen over ontvangen, dus misschien had ik dat iets meer moeten toelichten. Wat mij aansprak in zijn toespraak, was de hoeveelheid tegenstrijdigheden in zijn lezing. Zo zegt hij dat we niet zomaar iets voor waar moeten aannemen, maar nog geen minuut verder zegt hij dat we niets mogen lezen wat afvalligen schrijven omdat het per definitie leugens zijn. Hij zegt dat het een leugen is als mensen van buitenaf stellen dat Jehovah’s Getuigen hun kinderen laten doodgaan, maar tegelijkertijd schrijft hun eigen lectuur voor dat een bloedtransfusie verboden is en dat, als het er echt op aankomt, je beter iemand kan laten sterven.

Het is zo dubbelzinnig en zo tegenstrijdig dat het bijna grappig is. Ik ben binnen die religie opgevoed en daardoor zou ik beter moeten weten, maar als ik nu zo’n toespraak hoor, dan kan ik me niet voorstellen dat iedereen het zomaar aanneemt zonder kritisch na te denken.

Durf jij te denken dat er ooit een oorlog*, zoals jij die voor ogen hebt, zal komen waardoor er iets wezenlijks veranderd? *Lees het boek voor Dennis z’n definitie van oorlog.

Ik hoop dat we op dit moment midden in die oorlog zitten. Er zijn steeds meer mensen die opstaan en hun stem laten horen. Ook is informatie steeds makkelijker beschikbaar. Toen ik opgroeide was er nog geen internet, dus ik kon niet in het geheim zoeken naar bepaalde informatie. Nu zijn er veel online groepen te vinden met mensen die soortgelijke ervaringen hebben. In de Engelstalige Reddit voor ex-Jehovah’s Getuigen zitten bijna tachtigduizend mensen. Ook in de politiek is er steeds meer aandacht voor dit soort onderwerpen.

Of het ooit zover zal komen is nog maar de vraag. Mensen dromen graag. Ze willen graag een oplossing zien voor alle problemen op aarde en zoeken dat vaak in religieuze groeperingen.

Ik denk dat we al midden in die oorlog zitten, maar het zal geen oorlog zijn met een snelle afloop. Wereldwijd zijn er steeds meer mensen die opstaan en hun stem laten horen.

Heb jij nog iets aan te vullen wat ik niet heb gevraagd maar wat je nog wel kwijt wilt?

Ik wil graag meegeven dat mijn boek verder gaat dan de religie van de Jehovah’s Getuigen. Er zijn veel meer groeperingen waarin het lastig is voor mensen om zichzelf te kunnen zijn. Groepsdruk vind je overal, soms ook door culture erfelijkheden. Je hoeft dus geen enkele affiniteit te hebben met de religie van de Jehovah’s Getuigen om mijn boek te kunnen waarderen. Uiteindelijk gaat het over een jongen die graag droomt, maar afgeremd wordt door zijn omgeving. Daarna ervaar je die tweestrijd. Kies je voor jezelf of voor je vertrouwde omgeving en cijfer je jezelf weg?

Ik hoop dat mijn boek mensen kan helpen in die strijd en dat buitenstaanders het herkennen en kunnen helpen.

Lees ook mijn recensie van ‘De regen kwam van binnen’.