Boekenfreaks

De strijd om Bali – Anne-Lot Hoek

Een belofte van Anne-Lot aan Charles Destrée (1926-2019) die uit 2013 stamt, zorgt ervoor dat ik dit ontzettende indrukwekkende, onthutsende maar vooral verhelderende boek over de strijd in en om Bali mocht lezen. Makkelijk vond ik het allerminst, maar des de meer indrukwekkend en interessant vind ik hetgeen ik heb gelezen. Dit mag denk ik met recht het belangrijkste geschiedenisboek van deze tijd heetten.


De vraag die Anne-Lot vooral wil beantwoorden is ‘waarom er zo buitensporig veel geweld is gebruikt op Bali, terwijl Bali als loyaal naar Nederland werd gezien en niet bekend staat als belangrijk strijdtoneel tijdens Indonesische onafhankelijkheidsstrijd’. De vele gesprekken met KNIL’ers(Koninklijke Nederlandsch-Indische Leger) aan het einde van hun leven, openen voor Anne-Lot een venster naar het koloniale verleden.

In ’46 bezet Nederland Bali en daar wordt de deelstaat Oost-Indonesië opgericht. Het moet het toonbeeld van democratie worden, maar het gezag dwingt de loyaliteit van de bevolking meteen al meedogenloos af. De strijd om Bali is een geschiedenis van de ongekend hevige guerrillastrijd die vlak na de tweede wereldoorlog op het eiland ontvlamde. Anne-Lot is zich in ’11 totaal niet bewust van het verleden tussen Bali en Nederland. Maar wanneer ze hier lucht van krijgt bijt ze zich in dit verleden vast en wil de onderste steen boven krijgen, in de zin van een eerlijke historische optekening en van álle kanten bekeken en besproken. Dat resulteert in dit gewelddadig mooie en onthullende debuut van Anne-Lot.

Anne-Lot Hoek is een historica en journaliste die aan de hand van minstens 120 interviews op Bali en in Nederland, uitvoerig archiefonderzoek, brieven en memoires een gelaagd en vernieuwend beeld brengt van een wrede onafhankelijkheidsstrijd.

Wat vind ik van dit boek;

Het lastige/jammere/vervelende (vind ik persoonlijk) aan een boek als dit lezen als E-book, is dat je niet even snel en simpel kunt terug bladeren naar alle namen die belangrijk zijn, of snel even naar de voetnoten kunt gaan om deze te bekijken. Ik kijk namelijk altijd graag even snel naar wie ze bedoelen of wat een ‘voetnoot nummer’ inhoud. En zeker in een boek waarbij je op bladzijde 54 al 146 voetnoten hebt gehad, is het een belangrijk aspect om snel even te kunnen inzien. Daarom raadt ik je als lezer écht aan om van dit boek het fysieke exemplaar aan te schaffen, en niet alleen hierom maar ook omdat dit boek dat verdient. Eerlijk is eerlijk, dit is geen boek als je even een leuk verhaal over het prachtige Bali wilt lezen, er staan zo ontzettend veel namen, jaartallen, gebeurtenissen en terugkoppelingen in, dat het je af en toe duizelt. Wat ik in dit boek lees zijn allemaal vreselijke en denigrerende dingen die Bali en haar bewoners zijn aangedaan. Dit soort dingen, daar denk je niet over na totdat je het(zoals ik nu) onder ogen krijgt.

Heel mooi (en ook echt wel nodig in zo’n onthullend boekwerk als dit) is ‘Reflecties op de strijd’. Hierin bekijkt Anne-Lot nogmaals alles dat in het boek is langskomen, en reflecteert (ook samen met de geïnterviewden of diens nabestaande) alle gebeurtenissen. Een onafhankelijk onderzoek is er de jaren na de oorlogen niet geweest en dat is des de schrijnender voor een ieder die geleden heeft onder Nederlands ingrijpen. Hierin lees je ook dat veel militairen zijn terug gekeerd naar Bali om hun excuses te brengen aan een ieder die dat wilde krijgen. Helaas beseffen de vele militairen pas zo laat (eigenlijk te laat) wat ze hebben gedaan. Mooi (maar ook wel pijnlijk) om te lezen, vind ik dat de familie Rai in Indonesië zijn erkenning heeft gekregen en dat de oudste zoon van Ngurah Rai, Gede Yudana, zich ervoor inzet dat jonge Balinezen bereid zijn deze geschiedenis verder te zetten. De manier van schrijven is heel klinisch maar intens onthullend, het is nergens geromantiseerd of mooier gemaakt dan het is, en dat is naast wat lastig lezen ook heel fijn. Omdat je dan het échte verhaal te lezen krijgt, in plaats van feiten verpakt in een mooi verhaaltje. De cover is héél indrukwekkend en ik blijf ernaar kijken naar het indrukwekkende schouwspel van de ‘Puputan Margarana’ (‘The battle of Margarana’) de strijd tussen Nederland ( NICA) en Bali (CWB). Anne-Lot vertelt je op intense en intieme wijze hoe vergevingsgezind de Balinezen zijn, ook (of juist) wanneer ze het over de oorlog en gepleegde (mis)daden daarin. Manga Putra citeert zijn vader met de woorden ‘wij haten niet, en hebben geen wrok te opzichte van het verleden, dat zit ons in de weg om verder te gaan. Maar de geest van de strijd, dat is de erfenis die we vasthouden naar een mooie toekomst’. Een indrukwekkend boek dat dient als basis voor een nog af te ronden proefschrift aan de Universiteit van Amsterdam.


Portret van de Balinese volksheld en militair leider van TKR, luitenant-kolonel I Gusti Ngurah Rai.

De rapporten die toentertijd geschreven werden, zijn veelal onduidelijk, onvolledig of niet correct en dat ten koste van de Balinezen. Er staat ook in dat destijds alles buiten het publieke oog gehouden moest worden en dat is duidelijk gelukt, tot nu.

Wat bizar is om te lezen is hoe anders Bali en Nederland de verschillende gebeurtenissen herinneringen/noemen. Tussen 1846 en 1908 vonden er in totaal zeven militaire acties tegen Bali plaats, in Nederland worden ze eufemistisch expedities genoemd, maar op Bali noemen ze het oorlogen. Wat meteen in dit boek al duidelijk is, is dat veel Balinezen onbevreesd waren en waarschijnlijk nog zijn. Door geloof maar ook door het niet buigen voor welke vorm van dwang dan ook (zo lees ik het). Misstanden in de archipel moesten zoveel mogelijk uit het zicht van het grote publiek gehouden worden. En dat werkte, zoals we hebben gemerkt, door in de geschiedschrijving. In de jaren ’20 en ’30 deed het Nederlandse gezag er alles aan om het beeld te creëren van de apolitieke, traditionele en vredelievende Balinees. Dat sprookje van een paradijselijk Bali werd in de jaren ’30 ontdekt door internationale toerisme dat was opgezet door Nederlanders. Een koloniale constructie, dát was het paradijselijke Bali. Het was het bewust onderling conflict creëren tussen Balinezen over de interpretatie van wat hun cultuur nu eigenlijk was. De vorsten pakte elkààr aan, in plaats van het conflict brengend Nederland. In de ’30 tijd was Bali gigantisch arm door alle belastingen die overal over geheven werden, 2/3 van de inkomsten gingen daaraan op. Vele Balinezen konden dit amper tot niet betalen, en raakten dan hun land kwijt. Het prachtige plaatje dat geschetst werd hoe Bali zou zijn viel in duigen wanneer de mensen op het eiland aankwamen en zagen hoe het er echt was, armoede en vuiligheid. Nadat de Nederlanders terugkwamen in 1946 werd het geweld tegen de Balinezen fysiek. Mensen werden simpelweg maar vermoord, omdat de gevangenissen overvol waren en er niet genoeg militairen waren om de gevangenen te bewaken, hoe bizar dat zulke dingen hebben plaatsgevonden en überhaupt plaats hebben kunnen vinden, zonder dat we dat wisten.


Op de foto een Balinese priester.

De oorlogen die de Nederlanders hebben gebracht leken in sommige opzichten, denkwijzen en opvattingen beïnvloed door de koloniale geschiedenis van Atjeh. Bali werd in ’42 bezet door de Japanners, en waar ze in eerste instantie vonden/dachten beter af te zijn bleek het in de praktijk misschien nóg wel erger, met openbare vernedering, moorden en geweld, in plaats van het stiekem achterbakse en indirecte martelingen en onderdrukking van de Nederlanders. Je komt het meest de naam van verzetsstrijder/leider I Gusti Ngurah Rai tegen. Een belangrijk figuur in deze geschiedenis. De zogenoemde ’tangsi’s'(gevangenkampen eigenlijk) waren een realisatie van de hel voor degene die erin terecht kwamen, het buitensporige geweld, de moorden en martelingen leek vooral in deze onofficiële gevangenissen plaats te vinden. Mudita, de neef van de vorst van Bangli, is een van de laatste van de belangrijkste verzetsleiders die nog niet gepakt was. Mudita zorgt ervoor dat hij in de strijd omkomt, in dit soort stukken lees je hoe ontzettend deze mensen verbonden zijn met hun land. Hij stierf voor de onafhankelijkheid van Indonesië, iets dat hij boven alles wilde. De vorst de Anak Agung ging met alle winden mee, zolang een ‘move’ zijn macht maar vergrootte. Zoals ik het lees heeft het van begin’49 tot eind ’56 geduurd totdat Nederland echt van Balinese bodem verdwenen was, en dat is een lange tijd als je onderdrukt en mishandeld wordt. ‘Op de vlucht neergeschoten‘ was één van de favoriete zinnetjes van de Nederlanders, zo konden ze verzetsstrijders en andere die ze niet aanstonden omleggen met een goed excuus en niemand die er iets tegenin brengt als je het op deze manier brengt.


Een revolutionair pamflet van schilder en vrijheidsstrijder I Nyoman Ngendon.

Nu in 2021 aangekomen zijn er 19 Balinese kinderen van de door het Nederlandse leger geëxecuteerde mannen, die hebben aangeklopt bij de Nederlandse staat om in aanmerking te komen voor een ‘regeling voor kinderen van slachtoffers’.


Hopelijk voor alle slachtoffers en nabestaanden kunnen zij dit ooit een plek geven en krijgen ze waar ze recht op hebben.

Wil jij dit indrukwekkend en onthullende boek nu ook lezen dan kun je deze verkrijgen op de website van Uitgeverij de bezige bij zelf, of natuurlijk bij je lokale boekhandel.

Ook wil ik je wijzen op het interview dat ik met Anne-Lot heb mogen doen over haar indrukwekkende debuut ‘de strijd om Bali’.  Zeker het lezen waard want niet alleen blijken mijn vragen vernieuwend voor Anne-Lot, ook haar antwoorden geven nog veel informatie. Zeker het klikken op deze link van het inteview  waard.